Op 19 juni ll. werd in het Belgisch Staatsblad het KB tot wijziging van het tarief van 30 november 1976 gepubliceerd. Dit KB werd van kracht 1 oktober ll.
Het vernieuwde KB creëert een aantal belangrijke nieuwe gevolgen. De grote lijnen zetten wij hieronder graag voor u uiteen.
In eerste instantie wordt bij aanvang van elke gerechtelijke of buitengerechtelijke invordering van een geldsom een administratieve dossierkost aangerekend van 50,00 EUR.
In de administratieve dossierkost is inbegrepen:
- Alle handelingen en kosten met betrekking tot het identificeren van de schuldenaar
- Alle handelingen en kosten tot het voeren van een solvabiliteitsonderzoek van de schuldenaar
- Alle mogelijke administratieve handelingen verbonden met de opstart en het beheer van het dossier
Dit houdt in dat ons kantoor voordat tot betekening van de dagvaarding met betrekking tot invordering van een geldsom of tot het betekening van een aanmaning in de IOS-procedure of mogelijk betekening van een dwangbevel overgaat, een doorgedreven onderzoek voert naar de te betekenen partij (nazicht rijksregister, nazicht Centraal Bestand van Berichten, nazicht solvabiliteit) alvorens tot daadwerkelijke betekening zal worden overgegaan. Op deze wijze zullen frustratoire procedures maximaal worden vermeden. Bijkomend zitten alle mogelijke kosten tot beheer (administratie, inlichtingen e.d.) van het dossier tot en met bevel tot betalen eveneens vervat is deze administratieve dossierkost.
De aan te rekenen erelonen zijn beperkt tot drie klassen.
Klasse A betreft invorderingen tot 2.000,00 EUR alsook alle invorderingen zoals beschreven in art. 591,25° van het Gerechtelijk wetboek. Het ereloon bedraagt 125,00 EUR.
Klasse B betreft de invorderingen van 2.000,01 EUR tot 5.000,00 EUR alsook alle vorderingen waarvoor de familie- en jeugdrechtbank bevoegd is. Het ereloon bedraagt 175,00 EUR.
Klasse C betreft de invorderingen vanaf 5.000,01 EUR en voor alle zaken met een onbepaalde of van gemengde aard. Het ereloon bedraagt 250,00 EUR.
Belangrijk is aan te stippen dat bij hoogdringende verrichtingen een verdubbeling ten laste van de verzoekende partij wordt gelegd, behoudens vanzelfsprekend zaken die uit hun aard dringend zijn (instellen rechtsmiddelen, procedures in kort geding e.d.)
De combinatie van een forfaitaire administratieve dossierkost en de beperking tot drie klassen voor berekening erelonen zal leiden tot een grote transparantie en vereenvoudiging van de afrekeningen, in het belang van alle partijen.
De innings- en kwijtingsrechten zijn afgeschaft en vervangen door een invorderingsereloon. Het invorderingsereloon wordt vastgesteld in functie van het in te vorderen bedrag. Belangrijk is te vermelden dat het invorderingsereloon verschuldigd is wanneer de schuldenaar geheel of gedeeltelijk overgaat tot betaling van de schuld na tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder, ongeacht in wiens handen de betaling zal gebeuren. Het invorderingsereloon wordt op deze wijze in het begin van de procedure vastgesteld en zal niet meer wijzigen, ongeacht het aantal afbetalingen dat tegenpartij doet. Ook hierbij is gestreefd naar duidelijkheid en rechtszekerheid.
Voor meer en gedetailleerde bespreking van het aangepaste tarief en voor al uw vragen staan wij natuurlijk ter beschikking.